naoorlogse bouwmaterialen

1940 1945 1950 1955 1960 1965 1970 1975

Tijdens de naoorlogse periode nam het aantal woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, net als in de rest van Europa, sterk toe. Het hoogtepunt deed zich voor eind jaren 1960, toen jaarlijks ruim 7000 nieuwe wooneenheden werden gerealiseerd in nieuwe wijken of ingepast in het bestaande stadsweefsel. Ook vandaag bestaat er nog steeds een enorme vraag naar huisvesting. Aan deze vraag kan enkel maar voldaan worden indien het bestaande gebouwenbestand, met inbegrip van de naoorlogse woningen, zijn functie blijft vervullen. Maar deze ooit zo moderne woningen uit de naoorlogse periode blijven niet eeuwig jong: de oorspronkelijke materialen verouderen en de verwachtingen van de bewoners wijzigen, wat maakt dat een groot deel van de woningen tijdens de komende decennia gerenoveerd of aangepast dient te worden. Maar hoe kan of moet een naoorlogs gebouw op een verantwoorde manier worden gerenoveerd of aangepast zonder te raken aan de elegantie en levendigheid van het originele ontwerp?

Om een antwoord op deze vraag te formuleren, moeten zowel architecturale, socio-culturele, economische als milieugerelateerde aspecten worden geëvalueerd. Het huidige kennisniveau is echter vaak ontoereikend, ondanks het vele onderzoekswerk dat reeds werd verricht met betrekking tot naoorlogse architectuur. Naoorlogs erfgoed komt sinds kort inderdaad ook aan bod in inventarissen van onroerend erfgoed en architectuurmonografieën. Toch blijft de verdere opbouw van specifieke kennis over de materiële aard van deze gebouwen essentieel, zeker omdat net in de periode tussen 1945 en 1975 een grote hoeveelheid aan nieuwe materialen en innovatieve constructietechnieken werd ontwikkeld. Het documenteren en analyseren van deze nieuwe technieken is daarom cruciaal voor de evaluatie van naoorlogse architectuur: een goed begrip hiervan is immers niet alleen noodzakelijk om de esthetische, sociale, wetenschappelijk en historische waarde van een gebouw te bepalen, maar ook om na te gaan in welke mate het aanpassingen ‘verdraagt’ en in functie daarvan renovatie-voorstellen uit te werken.

Vanuit dat oogpunt zijn deze drietalige website en het bijhorende boek (ISBN 978-94-91912-047) opgevat als basis-instrumenten om een licht te werpen op de ontwikkeling en de toepassing van innovatieve bouwmaterialen en -technieken in de woningbouw in Brussel (en België) in de periode 1945-1975. Ze kunnen worden gehanteerd door een ruime groep belanghebbenden, waaronder architectuur- en constructie-historici, restauratie- en renovatie-architecten, administraties en eigenaars, om typische naoorlogse materialen te herkennen en te valoriseren. Met dit werk wordt het mogelijk om producten en merknamen te koppelen aan productiemethodes, en inzicht te krijgen in de toepassing ervan. Het kan ingezet worden om beslissingen met betrekking tot het herstellen of hergebruiken van materialen in renovatie- en restauratieprojecten te onderschrijven en de toepasbaarheid van duurzame renovatiestrategieën met betrekking tot demonteerbaar bouwen, recyclage en hergebruik te evalueren. Daarnaast hopen we dat de website en het boek ook aanzetten tot verder onderzoek naar deze materialen en naoorlogse architectuur in het algemeen.

Naast nationale en internationale literatuur werden diverse bronnen met betrekking tot woningbouw in Brussel en België geconsulteerd om een beter begrip te krijgen van typische en representatieve naoorlogse materialen en constructietechnieken, inclusief het discours hierrond en de toepassing ervan in de Brusselse en Belgische context. Handboeken, normen en onderzoeksverslagen werden geraadpleegd om innovatieve materialen en de toepassing ervan in woongebouwen te documenteren. De belangrijkste informatiebronnen voor dit onderzoek waren echter bedrijfscatalogi en vier contemporaine Belgische architectuurtijdschriften, die elk vanuit een eigen invalshoek verschillende thema’s behandelen: La Maison (1945-1970), Bouwen en Wonen (1953-1962), Architecture (1952-1970) en Habiter/Wonen (1957-1984).

 

De website en het bijhorende boek tellen acht hoofdstukken, waarin telkens een specifiek materiaal of bouwproduct aan bod komt, dat nieuw of innovatief was in de naoorlogse periode en courant werd toegepast in de woningbouw: lichtgewicht beton, thermische en akoestische isolatie, glas en beglazing, prefab vloersystemen, raamkaders, bekledings- en sandwichpanelen, prefab gevelpanelen in beton en zware prefab systemen. Naast de eigenschappen van die materialen en bouwproducten worden ook bekende merken en fabrikanten gedocumenteerd en wordt de toepassing ervan geïllustreerd aan de hand van concrete realisaties in woongebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarnaast maakt deze website talloze productadvertenties en toepassingen, die gepubliceerd werden in de hierboven vermelde tijdschriften, toegankelijk via een handige zoekfunctie. In vergelijking met het boek biedt de website daarnaast ook aanvullende onderzoeksinformatie, met onder meer een zoekrobot op basis van de index van (soms verouderde) product- en bedrijfsnamen, personen en organisaties, en een lexicon met de meest relevante technische termen in drie talen.